het verblijf op Kreta

We zijn aangekomen op Kreta. Hier moet alles gebeuren. Het eiland is mooi, veel natuur en de lucht is blauw. Veel te mooi voor wat hier gaat gebeuren. We stappen uit het schip. De andere kinderen lopen dicht bij elkaar. Ik zie soldaten lopen, ze komen naar ons toe. Elke soldaat pakt een kind bij de schouder, ik word ook meegetrokken. De zon brandt op mijn huid, ik ben moe en hongerig door de reis. De zee heeft me misselijk gemaakt. Dan zie ik een prachtig meisje lopen.. Het is de dochter van koning Minos hoor ik de kinderen mompelen. Ik kijk haar aan, maar ze slaat snel haar ogen neer. We lopen verder, na een tijdje zie ik een gevangenis, een groot donker gebouw. De bewakers maken de deuren open en lopen met ons door een gang, de laatste deur openen ze, en ik kijk naar binnen. Een cel. We worden in de cel geduwd en de bewakers maken de deuren dicht, en lopen weg.
Midden in de nacht word ik wakker van een geluid; voetstappen. Ik open mijn ogen en probeer de nacht in te kijken, ik zie een persoon, een meisje, Ariadne! Ze legt haar vinger op haar lippen als teken dat ik moet zwijgen. Ik knik en houd mijn mond. Ze begint zachtjes te fluisteren: 'Als jij Theseus, mij na dit avontuur meeneemt naar Athene en met mij trouwt, help ik jou de Minotaurus te verslaan.' Ik fluister zachtjes ja en ze glimlacht. Ze drukt een draad in mijn handen. Ik kijk haar vragend aan, ze fluistert: 'Dit draad zal jou naar de uitgang van het labyrint brengen. Maak het draad vast aan de deur van de ingang van het labyrint en draag hem bij de zoektocht naar de Minotaurus bij je.' Ik knik dat ik het begrijp, en voor ik het weet is ze weg. De volgende morgen worden we door de bewakers naar het labyrint gebracht. De kinderen zijn bang, maar ik stel ze gerust. Ik vertel dat ik het labyrint in zal gaan, en de Minotaurus zal doden. Ik bind het draad om de deur en ga het labyrint in. Ik zoek en ik zoek, en dan vind ik de Minotaurus. Hij slaapt! Met mijn vuisten ram ik op zijn hoofd, een laatste schreeuw, maar de Minotaurus kan niet tegen mij op, en sterft. Door het rode draad vind ik de uitgang van het labyrint. De kinderen, Ariadne en ik vluchten terug naar Athene. Vanaf nu zullen geen kinderen meer worden gedood door de Minotaurus, ha!